Deze paragraaf bevat financiële kengetallen weerstandsvermogen die elke gemeente verplicht moet opnemen. Kengetallen kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van een gemeente en maken het mogelijk gemeenten onderling te vergelijken.
In het volgende overzicht worden de financiële kengetallen kort toegelicht. Vervolgens worden de Deurnese waarden van deze kengetallen berekend.
Kengetallen | Jaarstukken 2021 | Begroting 2022 | Jaarstukken 2022 |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | 39% | 52% | 29% |
Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen | 37% | 50% | 27% |
Solvabiliteitsratio | 32% | 25% | 34% |
Structurele exploitatieruimte | 3,3% | 0,0% | 11,8% |
Grondexploitatie | 9% | -2% | 7% |
Belastingcapaciteit | 110% | 114% | 109% |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de totale baten en zegt iets over de mate waarin de schuld van de gemeente met het inkomen kan worden gedragen. De VNG hanteert voor de schuldquote de volgende norm: onder de 100% is goed, tussen de 100% en 130% is matig en boven de 130% is onvoldoende. Wanneer de netto schuldquote te hoog is, betekent dit dat de rentelasten en de aflossingen die de schulden met zich mee brengen te zwaar drukken op de begroting. De begroting wordt hierdoor namelijk minder flexibel en er is dan geen ruimte meer om te investeren.
De netto schuldquote is in 2022 lager t.o.v. de begroting 2022. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de lager dan geraamde schulden als gevolg van minder aangetrokken kasgeldleningen. Daarnaast zijn de overlopende activa en de uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar toegenomen, wat ook een positief effect heeft op de netto schuldquote.
Gezien de stelregel bij de netto schuldquote “Hoe lager, hoe beter”, zien de beide netto schuldquotes (ongecorrigeerd en gecorrigeerd) er voor de gemeente gunstig uit. De percentages van 29% en 27% in 2022 liggen namelijk fors lager dan het gemiddelde voor gemeenten in de inwonersklasse 25.000 tot 35.000 inwoners. Die bedragen op basis van de begroting 2023 respectievelijk 58,9% (netto schuldquote) en 54% (gecorrigeerde netto schuldquote). Op basis van de cijfers uit de jaarrekeningen 2021 zijn de cijfers 43,5% en 38,4%. Deze percentages komen voort uit Data Financiën Decentrale Overheden (Findo).
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het totale vermogen weer van een gemeente. Het gaat erom inzicht te krijgen in de mate waarin de gemeente, in geval van nood, in staat is aan haar financiële verplichtingen (vooral de verschaffers van vreemd vermogen) te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe beter. Een percentage van 34% wil zeggen dat 34% is gefinancierd met eigen vermogen en 66% met vreemd vermogen. Met het berekende percentage van 34% voor de gemeente Deurne, ligt de solvabiliteit rond het landelijk gemiddelde voor gemeenten in de inwonersklasse 25.000 tot 35.000 inwoners. Dat ligt op basis van de begrotingen 2023 op 34,4% en op basis van de jaarrekeningen 2021 op 37%.
Ten opzichte van de begroting 2022 is het ratio in Deurne verbeterd door een toename van het eigen vermogen. Oorzaak is het positieve rekeningresultaat van 2022.
Kanttekening bij deze ratio is dat onderhoudsvoorzieningen ook tot het vreemd vermogen worden gerekend en de ratio daarmee negatief beïnvloedt. Het hebben van dergelijke voorzieningen is juist een teken dat het onderhoud planmatig wordt uitgevoerd en daarmee een teken dat een gemeente “in control” is.
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de boekwaarde van de grond) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Voor elke gemeente is de grondpositie een risico. De boekwaarde van de gronden geeft weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk ook nog terugverdiend worden met de verkoop.
Deurne is de afgelopen jaren bewust geweest van de grote risico’s die de omvangrijke portefeuille met zich meebrengt. Om deze reden wordt de portefeuille ook gestaag afgebouwd. Dit past dan ook bij een faciliterend grondbeleid en daarmee minder risicodragende projecten.
Het kengetal is hoger dan de begroting 2022. Reden is dat de waarde van de voorraden (van de grondexploitaties) bij de jaarrekening 2022 hoger zijn. Dit heeft o.a. te maken dat verscheidene verkopen pas in 2023 gaan plaatsvinden terwijl dit voor 2022 geprognosticeerd was.
De cijfers van gemeenten in de inwonersklasse 25.000 tot 35.000 inwoners zijn op basis van de begroting 2023 7,1% en de jaarrekening 2021 8,5%.
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte wordt berekend door het saldo van de structurele baten en lasten af te zetten tegen de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Voor het jaar 2022 werd in de begroting rekening gehouden met een percentage van 0%. In de tabel is terug te zien dat de structurele exploitatieruimte 11,8% bedraagt en daarmee positief is. Reden is dat de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten bij de jaarrekening 2022 t.o.v. de begroting 2022.
De structurele exploitatieruimte voor gemeenten in de inwonersklasse 25.000 tot 35.000 inwoners is op basis van de begroting 2023 2,8% en op basis van de jaarrekeningen 2021 is dit 2,9%.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit wordt berekend door het totaal van het tarief van riool, afval en OZB (woonlasten) voor een gemiddeld gezin af te zetten tegen het landelijk gemiddelde.
Een percentage van 109% wil zeggen dat in Deurne de woonlasten 9% hoger zijn dan het landelijk gemiddelde. De belastingcapaciteit is licht verbeterd ten opzichte van begrotingsjaar 2022. Voornaamste reden is dat de landelijk gemiddelde woonlasten hoger zijn dan landelijke woonlasten waarmee rekening gehouden in de begroting 2022.
De landelijke cijfers voor gemeenten in de inwonersklasse 25.000 tot 35.000 inwoners liggen op basis van de begroting 2023 op 104,1% en op basis van de jaarrekeningen 2021 op 102,5%.
Deze norm is een andere dan de “onbenutte belastingcapaciteitsnorm”. De daar berekende waarde geeft aan hoeveel de OZB-baten nog kunnen stijgen als wordt uitgegaan van de zogenaamde “artikel 12-norm”. In de artikel 12-norm is het uitgangspunt dat de OZB-tarieven opgehoogd kunnen worden tot 120% van het gewogen landelijk gemiddelde OZB tarief.
Conclusie
De afgelopen jaren lieten de kengetallen al een positieve ontwikkeling zien. Naar de toekomst toe wordt deze ontwikkeling voortgezet. Voorzichtig kan gesteld worden dat de financiële positie van de gemeente zich gunstig blijft ontwikkelen.